Ik was een kindbruid in de Tilburgse volkswijk Broekhoven. Onze buurman "Jan" was een afgezant van beruchte drugscriminelen uit de Vogeltjesbuurt aan de overkant van de ringbaan. In die kringen werd je gek verklaard als je geen wiet kweekte. Waar waren die zolders anders voor? De planten water geven en geld verdienen, zo eenvoudig kon het zijn.
Die mentaliteit verspreidde zich als een ondergrondse veenbrand en bereikte onze vage kennissen, verre vrienden en naasten. Onze dochter was 15 jaar toen ze thuiskwam met het idee wiet te knippen als bijbaantje. Dat voorstel heb ik met haar vader uit haar hoofd kunnen praten. Wij schaamden ons, waren bezorgd en boos, maar trokken niet aan de juiste bel.
Een eigen garagebedrijf beginnen was de droom van haar vader. Dat is ons gelukt, met zweet en tranen. Haar generatiegenoten reden in nieuwe BMW's rond: waarom repareren, joh? Als je met kweken een nieuwe kopen kan!
Met mijn roman De val van Mehmet doorbrak ik de zwijgcultuur. Daarin beschrijf ik drugscriminaliteit, ondermijning en uitsluiting op microniveau. Het speelt zich af in de driehoek van Mehmets leven: de leerlooierij, de Fatimastraat en de moskee in Tilburg, de stad waar de hennepplanten welig tieren op de zolders.
Tegenwoordig woon ik in Rotterdam Zuid. “Is het de moeite waard de politie te bellen voor 40 gram wiet in een Tupperware bakje in de kofferbak van een hybride wagen voor de deur van een portiekwoning?”
Heeft het nut een man die 4 ton cash aanbiedt voor een huis aan te geven of moet hij op heterdaad betrapt worden?
“Ik kreeg ’s nachts een telefoontje van een man. Helemaal in paniek. Of ik met spoed naar de haven kon komen.” De slotenmaker moest een container open krijgen, want de coke moest eruit.
Hij hing op, maar belde de politie niet. “Ben je gek? Criminelen hebben overal mensen!” Zelfs Meld Misdaad Anoniem vertrouwt hij niet.
Het is eenvoudiger een drugsdealer te vinden voor wie je kan rijden, dan uit te zoeken waar en hoe je aan toeslagen kan komen!
De tekst gaat verder na de blog van @Selontour
Hier is de kern
Drugscriminaliteit is de giftige mest op onze vruchtbare bodem. De uitzaaiingen reiken tot sterren en kruipen tot in de haarvaten van onze wijken. Drugscriminelen scouten al op basisscholen. “We gaan nieuwe schoenen voor je halen. Ik ben je broer, ik ga voor je zorgen.” Kinderen van 12 jaar brengen pakketjes rond. Jongeren die nog niet eens hun rijbewijs mogen halen, halen cocaïne uit de containers. Ze plaatsen explosieven. Van de verdachten die de Rotterdamse politie heeft aangehouden is een kwart minderjarig. Soms pas 14 jaar.
Er springen kozijnen uit hun sponning en er vallen ruiten in duigen. Omwonenden schrikken wakker, kinderen durven niet te slapen, vrouwen willen ‘s avonds de deur niet uit en mannen maken zich zorgen.
Met de afpersingen, beschietingen, explosieven, vergismoorden en liquidaties waren wij al bekend. Het geweld neemt extreme proporties aan met ontploffingen en schietpartijen bij woningen, winkels en cafés. Al 128 keer dit jaar! Rotterdam voert de lijst aan, maar is geen uitzondering. In Amsterdam waren half juli drie explosies binnen tien uur! Het zijn Nieuwe Western-Maffiapraktijken in het Oude Noorden.
Drugscriminaliteit teistert onze democratie, rechtsstaat en collectieve veiligheid. Criminelen kopen medewerkers, ambtenaren en bestuurders om en krijgen status in alle lagen van de bevolking. Desondanks is het opmerkelijk en zorgwekkend stil aan de kant van de mensen die zich daartegen organiseren en een halt toeroepen.
“Als ik niet brand. Als jij niet brandt. Als wij niet branden. Hoe komt duisternis aan het licht?”, dicht Nazim Hikmet.
Mensen met gewetensbezwaren en vingers die wijzen naar de goede richting, samen kunnen wij het maatschappelijke draagvlak van criminele geldstromen stoppen.
Waar zijn jouw armen en jouw handen? Waar zijn jouw moedige zondagskleren? Waar zijn jouw schouders en schrijnende dorst naar het overschone land?
Reactie plaatsen
Reacties