Een meisje met haar in paardenstaart, fiets rustig over de stoep. In een van de voortuinen staat een lege schommelbank. De voordeur van de doorzonwoning is open, de deur van de hal is dicht. Melissa Tomoidjojo (39) doet dat vaker als zij thuis werkt en haar dochter Jenaiah (9) buiten speelt. De alleenstaande moeder van 3 kinderen werkt aan de eettafel waar ze zicht heeft naar buiten. Eén van haar tweelingzoons van 20 jaar is kok, de andere studeert en droomt van een eigen zaak. Haar ogen sprankelen zodra het woord “Zuid” haar lippen verlaat. “Zuid is mijn thuiskomen”, glimlacht ze trots.
Melissa, een geboren en getogen Feijenoordse die ooit in Slinge haar thuis had, besloot twaalf jaar geleden te verhuizen naar Lombardije. Voor haar werk als teamleider bij een verzekeringsmaatschappij, wandelt Melissa regelmatig naar het station Lombardijen. Ze heeft de wijk zien opbloeien. “Kijk eens naar de fraaie pleintjes voor de kinderen, en recentelijk heeft de woningbouwvereniging de handen uit de mouwen gestoken om de tuinen op te knappen. Dit zijn positieve veranderingen die de buurt opvrolijken.”
Hoewel ze soms nadenkt over een andere woning, voelt ze zich hecht verbonden met haar buren. Ze is zich bewust van de negatieve reputatie die Zuid vaak ten deel valt. Als mensen neerbuigend over de wijk spreken, wordt ze erg boos. “Van mij zul je nooit horen: ‘Ik voel me niet veilig’. Ikzelf loop niet zomaar 's avonds laat buiten, maar ik heb niet het idee dat ik in mijn eigen buurt gevaar loop.”
‘Ma, je hoeft niet alles te weten’
Melissa is goed op de hoogte van wat zich op straat afspeelt. “Mij houd je niet voor gek. Veel jongens die mijn zoons kennen van de straat, bevinden zich op een verkeerd pad. Ze plegen diefstallen en handelen in drugs.” Op straat begroeten ze haar op een beleefde manier, maar komen bij hen niet over de vloer. Soms hoort ze van haar zoons dat één van die jongens is aangehouden of opgepakt, maar details geven ze haar niet. Dan zeggen ze: “Ma, je hoeft niet alles te weten.”
Dit jaar hebben zich meer dan 120 explosies voorgedaan in Rotterdam. “Ik vind dat verontrustend”, zegt Melissa. “Als ze op iemand gemunt hebben, laten die mensen zich niet tegenhouden door het feit dat burgers bang zijn.” Het valt op dat bijna een kwart van de verdachten van deze explosies minderjarig is, waarbij de jongsten slechts 14 of 15 jaar oud zijn. Melissa gelooft niet dat deze jongeren zich volledig bewust zijn van de schade die ze aanrichten.
Begrijp haar niet verkeerd. Ze benadrukt keer op keer: "Wie fout is, moet je aanpakken. Ze denken waarschijnlijk: ‘Snel geld. Als je me een paar honderd euro geeft, doe ik het wel.’ Het is belangrijk om jongeren bewust te maken van de impact van hun gedrag. Wat ik mijn kinderen bijbreng, is het belang van arbeidsethos, iets wat ik van mijn ouders heb meegekregen. Je moet hard en eerlijk werken voor wat je wilt bereiken.”
Open en eerlijk zijn naar je kinderen, vindt ze onontbeerlijk. Ze zegt: “Als ik iets niet kan, vertel ik dat het niet is omdat ik het niet wil, maar omdat ik het niet kan. Ze zien mij werken aan de eettafel en weten dat ik hard moet werken voor mijn inkomen. Kijk zeg ik, dit moeten jullie ook doen. Ik leer hen sparen en wat de vaste lasten zijn. Zij betalen hun eigen zorgverzekering en de telefoonkosten. We hebben allemaal een sim-only abonnement in huis en ze weten hoe zwaar een abonnement weegt, als ze een huis willen kopen.“
Melissa heeft er vertrouwen in dat haar zoons goed begrijpen hoe ze met geld moeten omgaan en weloverwogen keuzes kunnen maken in plaats van naar ongezonde manieren te grijpen om aan hun behoeften te voldoen. “Wat ik mijn kinderen bijbreng, is het belang van arbeidsethos, iets wat ik van mijn ouders heb meegekregen. Hard werken beloont.”
‘Armoede is beschamend'
Wanneer jongens de verkeerde richting inslaan, heeft dit meestal te maken met armoede en een tekort aan ondersteuning thuis. In deze buurt wonen veel eenoudergezinnen die financieel in zwaar weer verkeren. Vooral jongens voelen zich vaak verantwoordelijk voor hun gezin en zijn ontvankelijk voor “snel geld”.
Melissa heeft zelf ervaren hoe schulden kunnen ontstaan. Aan haar kinderen wilde ze niets laten merken, ze bleef evenveel uitgeven als voorheen. Ze schaamde zich en vertelde niet over haar problemen. Pas toen ze geen kant meer op kon en de Havensteder haar uit het huis wilde zetten, ging ze hulp zoeken. Haar zoons waren toen een jaar of tien en wilden hun lasten verlichten op hun eigen manier, ze wilden geen nieuwe kleren of speelgoed.
Veel ouders in de buurt werken hard en zijn vaak afwezig, merkt Melissa op. “Zelfs als je werkt, heb je de verantwoordelijkheid voor de zorg en op de opvoeding van jouw kinderen. Hoezo weet je als ouder niet dat er een mes uit jouw keuken ontbreekt?” Ze vraagt zich af waarom sommige jongeren ‘s avonds laat of ‘s nachts nog op straat rondhangen en waar hun ouders zijn.
Hun zorg vindt ze bepalend, gezien de complexe uitdagingen waarmee jongeren en gezinnen in de buurt te maken hebben. Ze begrijpt dat het voor ouders moeilijk kan zijn om hulp te vragen bij het wijkteam. “Het ligt gevoelig en heeft met schaamte te maken, net zoals bij armoede.”
Ze is ervan overtuigd dat als deze jongeren al op 13- of 14-jarige leeftijd worden bereikt, veel problemen kunnen worden voorkomen en ze nog kunnen worden gevormd. “Jongeren moeten leren dat het geld verdienen op straat misschien een optie lijkt, maar dat dit van korte duur is. Het is van cruciaal belang om een stabiele financiële basis te creëren. Zolang je een duidelijk doel voor ogen hebt en eerlijk werkt, kun je je doelen bereiken. Hard werken is een essentieel onderdeel hiervan, en dat is iets wat volgens mij veel jongeren missen.”
‘Kijk naar het incident en naar de reden’
Het is een bron van ergernis voor Melissa dat jongeren nergens welkom lijken te zijn. "Er wordt veel geklaagd over jongeren die in de buurt bij elkaar komen," verzucht ze. Soms laait de irritatie hoog op. "Er was hier een Turkse bakker waar veel kinderen en jongeren hun broodjes haalden en buiten aten." Melissa, haar ex-partner en hun tweeling, die toen nog jong waren, gingen daar ook wel heen. Hun dochter was nog niet geboren. De jongens waren binnen, toen een wijkagent op hen afkwam. Ze vermoeden dat de agent dacht dat zij “hangjongeren” waren. “De agent vroeg het niet eens netjes, maar eiste hun ID met een tik op de borst van hun vader. We zeiden: Hoezo moeten we onze ID laten zien? Wij doen toch niets? Wij zijn ouders, wij staan hier gewoon op onze kinderen te wachten.”
De agent nam daar geen genoegen mee. Het escaleerde waar hun kinderen en anderen erbij waren. “De buurtbewoners zeiden tegen de agent dat hij ons met rust moet laten.” Dat mocht niet baten. Het werd een gevecht. Met haar verstand kan Melissa er nog steeds niet bij. “We deden niets verkeerds. Waarom laat een agent het zo escaleren? Daar is het bij onze kinderen begonnen hoe ze naar de politie kijken.” Haar ex-man wijt dat aan “machtsmisbruik van de politie”, zoals hij het noemt. Dat baseert hij op zijn eerdere ervaringen uit zijn jeugd waarbij de politie zijn identiteitsbewijs wilde zien zonder aanwijsbare reden en niet vraagt maar eist. “Als het vervolgens uit de hand loopt, wordt er alleen gekeken naar het incident en niet naar de reden."
Melissa verhaalt over een ander voorval zonder in details te treden. Jongens waren buiten met hun vrienden. Het begon te regenen, ze liepen naar huis. Het regende steeds harder. Jongeren gingen schuilen in een portiek. Een van de bewoners was daar niet van gediend en wilde hen naar buiten jagen met racistische opmerkingen. In plaats van zelf naar de politie te bellen, gingen jongeren zich verbaal en fysiek verdedigen. Er moest een politieagent bij komen om de ruzie te beëindigen. Waar zij slachtoffer waren, werden ze dader. Zelfs als zij anders hadden gehandeld, heeft Melissa weinig vertrouwen in dat een aangifte van de jongeren iets had uitgemaakt. “De politie neemt dit soort dingen niet serieus.”
“Ze zeggen altijd dat je je bij de politie veilig moet voelen. Dat hebben deze jongeren totaal niet. 9 van de 10 keer is het gelijk met het vingertje wijzen. Waarom hangen jullie hier? Ik denk dat er te weinig geluisterd wordt naar de jongeren.”
Van de jongeren in het Spinozapark kreeg Lombardijen een lofzang.
Voor de foto gingen ze zitten en kamden hun haren.
Reactie plaatsen
Reacties